Vanzelfsprekend horen in een coachtraject thuis: ‘n luisterend oor, ‘n helpende hand, ‘n steun in de rug, ‘n schop onder de kont. De laatste drie alleen in figuurlijke zin.

Inspireren, motiveren, stimuleren, positief provoceren, ontspanning en humor zitten ook in de gereedschapskist van de coach. En niet in een zijvak.

Ook tastbare voorwerpen en materialen kunnen troeven zijn van de coach om de kinderklant aan het denken en doen te zetten.

Allemaal zijn dit effectieve wapens tegen onnodige kommer en kwel. En allemaal zijn ze bedoeld om de jeugdige coachklant zichzelf te laten helpen om beter in het vel te zitten, waar en wanneer dan ook. Het maakt het jeugdleven van alledag iets relaxter. Dat is vaak toch al (te) druk zat.